Gebouw

 

Onderzoeksvraag

Wanneer we kijken naar de sterftepercentages onder psychiatrische patiënten ten tijde van de oorlog, dan blijken deze uitermate hoog. Op de Willem Arntsz Hoeve te Den Dolder is dit ook het geval. Vanaf het begin van de bezetting loopt het sterftecijfer gestaag op en bereikt een hoogtepunt in de winter van 1944-45, de zogenaamde Hongerwinter. Gezien het feit dat de Willem Arntsz Stichting vanaf 10 oktober 1942 geleid werd door nationaalsocialisten, is onderzocht of er een verband aangetoond kan worden tussen die hoge sterfte en het feit dat de Willem Arntsz Hoeve bestuurd werd door mensen die psychiatrische patiënten als minderwaardig beschouwden.

 

Kar duwen

 

Willem Arntsz Hoeve onder nationaalsocialistisch bestuur

Om op deze vraag antwoord te vinden is de situatie op de Willem Arntsz Hoeve nauwkeurig onderzocht. Daarbij is gebleken dat enkele personeelsleden van de Hoeve (actieve leden van de NSB te Den Dolder) vanaf het begin van de oorlog gericht gelobbyd hebben bij alle lagen van de NSB om het bestuur van de stichting te vervangen door nationaalsocialisten. Hierdoor groeide de Willem Arntsz Stichting uit tot een prestigekwestie van de NSB en in 1942 werd dan ook van hogerhand besloten om in deze stichting in te grijpen. Wanneer het nieuwe nationaalsocialistische bestuur eenmaal geïnstalleerd is, wordt vrijwel onmiddellijk begonnen met het doorvoeren van de ‘Nieuwe Orde’: Joodse patiënten worden uitgeleverd aan de Duitse bezetter en artsen die hiertegen protesteren worden eveneens gearresteerd en afgevoerd. Ook wordt gepoogd ‘lastige’ personeelsleden door middel van verplichte tewerkstelling in Duitsland van het terrein van de Hoeve te verwijderen.

 

Koets

 

Erbarmelijke omstandigheden patiënten

Door de gedwongen evacuatie van psychiatrische inrichtingen in de kustprovincies wordt de Willem Arntsz Hoeve gedwongen vele honderden extra patiënten te huisvesten. Dit leidt tot ernstige overbevolking waardoor het voor artsen en verplegenden steeds moeilijker wordt om goede zorg aan de patiënten te verlenen. De toestand van de patiënten verslechtert naarmate de oorlog langer voortduurt. Dit komt voornamelijk doordat psychiatrische patiënten minder voedsel krijgen dan ‘normale’ mensen. Daarnaast hebben ‘normale’ burgers de mogelijkheid om extra voedsel op de zwarte markt te kopen, en zo relatief gezond te blijven, terwijl dit voor de patiënten geen optie is. De laatsten vallen dan ook vele kilo’s af en kampen reeds in augustus 1944 met ernstig ondergewicht. Verhoging van de rantsoenen was bijna onmogelijk, omdat hiervoor moest worden samengewerkt met nationaalsocialisten. Wanneer tijdens de Hongerwinter patiënten behalve door de honger, ook getergd worden door de extreme kou sterven zij ‘als sneeuw voor de zon’ aldus een oud-patiënt van de Hoeve. Uit het onderzoek is inderdaad gebleken dat van de maximaal 1400 aanwezige patiënten op het terrein, er tijdens deze winter minimaal 408 sterven (28.8%). Ter vergelijking: van de burgerbevolking in de rest van de provincie Utrecht sterft 1.7 % tijdens deze zeer strenge winter.

 

Wandelende mensen

 

Conclusie

Tijdens bijeenkomsten van het regentencollege wordt met geen woord over deze massale sterfte gesproken; voor dit bestuur is het winnen van de oorlog belangrijker dan de zorg voor de patiënten, iets wat blijkt uit hun wanbeleid. Het hoge sterftecijfer is echter niet uitsluitend een gevolg van dit beleid; ook in vele andere psychiatrische inrichtingen ligt het sterftecijfer zeer hoog. Dit lijkt voornamelijk voort te komen uit het feit dat psychiatrische patiënten in Nederland ten tijde van de Tweede Wereldoorlog structureel gediscrimineerd worden in de voedselverdeling terwijl zij niet de mogelijkheid hebben om extra voedsel aan te schaffen en nationaalsocialisten de pogingen om de rantsoenen te verhogen lijken te hebben geblokkeerd. Waar massale sterfte onder de ‘normale’ bevolking tijdens de Hongerwinter uitblijft, omdat deze relatief goed gevoed is, sterven psychiatrische patiënten tijdens de Hongerwinter in groten getale ten gevolge van honger en kou. Meer onderzoek naar dit onderwerp zal moeten uitwijzen waar deze discriminatie zijn oorsprong vond en of nationaalsocialisten psychiatrische patiënten in Nederland doelbewust hebben geprobeerd achter te stellen. Daarnaast zal door nader onderzoek recht kunnen worden gedaan aan de vele psychiatrische patiënten die tijdens de Duitse bezetting in Nederland zijn omgekomen en zal aan hun familieleden kunnen worden getoond wat er met hun dierbaren is gebeurd. De gebeurtenissen die uit deze studie naar voren komen, zijn voor de raden van bestuur van Altrecht en Reinaerde, de rechtsopvolgers van de Willem Arntsz Hoeve, aanleiding om een vervolgonderzoek naar dit onderbelichte hoofdstuk in de Nederlandse geschiedenis te steunen. Zo willen zij erkenning geven aan deze groep vergeten slachtoffers die destijds aan hun zorg waren toevertrouwd. En de nabestaanden van patiënten duidelijkheid geven over de omstandigheden waaronder hun familieleden zijn gestorven. Dit past bij de missies van beide organisaties waarin zij zich ten doel stellen kwetsbare mensen te laten participeren in de samenleving en hun welzijn en zelfstandigheid te bevorderen.

 

Bezemen