Enkele vergeten slachtoffers

 

Lees meer portretten van vergeten slachtoffers in het boek Vergeten slachtoffers van Marco Gietema en Cecile aan de Stegge.

Mien Hoffmann

Mien Hoffman wordt geboren op 25 april 1913 als jongste dochter van de Amsterdamse meubelontwerper/timmerman Cornelis Andreas (Nees) Hoffmann en Wilhelmina Hendrika Visser. Mien doorloopt de hbs en is een gangmaker. Vooral bij de korfbalvereniging waar ze jarenlang lid van is. Ook is zij kerkelijk actief, bijvoorbeeld bij de zondagsschool.

 

Zo nu en dan heeft zij last van zenuwzwakte. In de loop der jaren neemt haar besluiteloosheid steeds meer toe, waardoor ze uiteindelijk niet meer normaal kan functioneren. Op 10 oktober 1936 wordt Mien opgenomen in de Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder.

 

De familie bezoekt haar regelmatig en haalt haar ook weleens op voor een dagje strand. Twee maanden na de bevrijding, op 14 juli 1945, krijgt de familie Hoffmann een envelop toegestuurd met daarin een uittreksel uit het overlijdensregister van de gemeente Zeist. Tot hun grote schrik maken de ouders van Mien uit dit ambtelijke bericht op dat hun 31-jarige dochter al ruim vijf maanden eerder, op 31 januari 1945, om 11:30 uur overleden is.

 

Vol ongeloof reist vader Hoffmann af naar Den Dolder om te achterhalen wat er met zijn dochter is gebeurd. Daar vertelt een onbekende hem dat Mien door de Duitsers is vermoord ‘samen met nog 200 andere psychiatrische patiënten’. De dood van Mien blijft altijd met mysterie omgeven.

Gerrit Abelman

Gerrit Abelman wordt geboren als oudste kind van de huis- en decoratieschilder Johan Frederik Abelman en Alijda van Dijkhuizen. Gerrit heeft twee broers en drie zussen. Een zus en een broer overlijden aan tuberculose. Gerrit ontwikkelt zich tot een kunstzinnig en gevoelig man die veel tekent en schildert en in het bedrijf van zijn vader meewerkt als huis- en decoratieschilder.

 

Tijdens de oorlog wordt Gerrit verliefd op de dochter van een kunstschilder. Na een jaar besluit het stel te trouwen. Maar de ouders van Gerrits vriendin verbieden de verbintenis omdat ze Gerrit ‘van te lage komaf’ vinden. Dit grijpt Gerrit zeer aan. Hij wordt depressief. Ook raakt hij in een psychose.

 

Door fietstochten rond de vliegbasis Soesterberg brengt Gerrit zichzelf in gevaar en zijn ouders vrezen dat de Duitsers hem iets aan zullen doen. Ze laten Gerrit op 29 mei 1942 opnemen in de Willem Arntsz Hoeve, in de hoop op bescherming.

 

Zijn broer Adri zoekt hem daar regelmatig op. Op een dag treft hij Gerrit niet aan. Hij krijgt te horen dat Gerrit op Tweede Paasdag, 2 april 1945, is overleden aan tuberculose. Adri gelooft dat niet. Want hij nam de symptomen van tbc, die hij maar al te goed kent, nooit waar bij zijn broer.